Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.
Neem een digitaal abonnement of
Inloggen als abonnee
Onderzoek aan de Universiteit van Buffalo heeft uitgewezen dat er een verband is tussen
antioxidanten enerzijds en een goede longfunctie anderzijds.
Vitamine E en bètacryptoxantine, vooral te vinden in sinaasappels, lieten de sterkste relatie zien. Uit voorafgaand onderzoek was al bekend dat
vrije radicalen schade kunnen aanbrengen aan het longweefsel, waardoor de longen minder goed functioneren. Een verminderde longfunctie gaat samen met een grotere kans op overlijden. In dit onderzoek werd gekeken hoe de longfunctie samenhing met de bloedspiegel van een aantal antioxidanten. Deze manier is nauwkeuriger dan te kijken naar de inname van de verschillende stoffen via de voeding. In het onderzoek waren betrokken
vitamine A,
vitamine C, vitamine E en een aantal
carotenoïden, te weten
bètacaroteen,
luteïne, zeaxantine, bètacryptoxantine en
lycopeen. Gedurende dit onderzoek werden 1.616 mensen van 35 tot 79 jaar onderzocht. Uit de studie kwam naar voren dat hoe hoger de concentratie van de antioxidanten in het bloed was, hoe beter de resultaten van de longonderzoeken waren. Deze bestonden uit metingen van het volume lucht dat in een uitademing uitgeademd werd en het volume lucht dat in één seconde uitgeademd kon worden. Daarbij bleken vitamine E en bètacryptoxantine het sterkste verband te hebben. Mensen die de helft van de gemiddelde concentraties van deze twee vitamines in het bloed hadden, hadden een vermindering van de
gezondheid van de longen die overeenkwam met het verouderen van de longen met één tot twee jaar. Geconcludeerd werd dat antioxidanten de longfunctie kunnen verbeteren.