Antioxidanten zoals N-acetylcarnitine mogelijk zinvol bij schizofrenie

Schizofrenie wordt momenteel vrijwel uitsluitend behandeld met antipsychotica. Studies wijzen echter op een meerwaarde van antioxidanten bij de behandeling van de aandoening.
Er is toenemend bewijs dat oxidatieve stress een rol speelt in de pathofysiologie van schizofrenie. In diverse studies werd dan ook het therapeutisch gebruik van antioxidanten bij de aandoening onderzocht. De studies kunnen grofweg in twee hoofdclusters worden verdeeld: het effect van antioxidanten in de pathofysiologie en het effect op bijwerkingen als gevolg van antipsychoticagebruik. De meeste studies richtten zich op dit laatste cluster. Hoewel er enkele goed onderbouwde studies werden uitgevoerd, is de kwaliteit van de meeste onderzoeken twijfelachtig.
De huidige bewijsvoering laat zien dat toediening van een specifieke antioxidant zoals N-acetylcysteïne het klinische syndroom kan beïnvloeden. Daarnaast blijkt vitamine E zinvol te zijn voor de glycemische controle bij antipsychoticagebruik.
Het effect van antipsychotica bij de behandeling van schizofrenie is ondermaats. Alternatieve behandelmethoden zijn gewenst, maar er zal nog veel onderzoek uitgevoerd moeten worden alvorens antioxidanten klinisch toegepast worden in de behandeling van schizofrenie en gerelateerde complicaties.