Belang van antioxidantrijke voedingssupplementen nog onduidelijk

Ondanks vele onderzoeken die duiden op het belang van voedingspatronen die veel antioxidanten bevatten die de kans op hart- en vaatziekten verminderen, meent de American Heart Association (AHA) dat het nog te vroeg is om voedingssupplementen bij het grote publiek te aan te bevelen. Volgens dr. Diane Tribble, lid van het AHA's Nutrition Committee bestaat er nog steeds twijfel over de inname van antioxidanten als vitamine C, vitamine E en bètacaroteen in pilvorm. Vergeleken met een voedingspatroon dat antioxidantrijk is, zijn supplementen vaak zeer hooggedoseerd. Tribble en haar collega’s vragen zich af of supplementen dezelfde hartbeschermende werking hebben en of de veiligheid van hoge doseringen gewaarborgd is. Ondanks de twijfel ten aanzien van supplementen blijft de AHA wel het belang van een anitioxidantrijk voedingspatroon benadrukken, aldus Tribble. Er zijn overigens al wel aanwijzingen dat voedingssupplementen kunnen beschermen tegen hart- en vaatziekten. Zo bleek onder andere uit de bekende Nurses' Health Study (met 85.000 vrouwen) dat de vrouwen die de meeste vitamine E binnenkregen, vergeleken met de groep die het minste opnam, de relatieve kans op hart- en vaatziekten met 43% verminderde. Uit dat onderzoek kwam verder naar voren dat het risico vooral verminderd werd door suppletie van vitamine E. Volgens Tribble en collega’s zijn er geen andere onderzoeken die dit resultaat verder kunnen bekrachtigen. Het comité erkent dat mensen die al aan hart- en vaatziekten lijden wel baat hebben bij vitamine-E-suppletie. Over het geheel gezien kunnen Tribble en collega’s niet meer doen dan antioxidantrijke voedingspatronen (fruit, groente, volkorenproducten) aanbevelen bij de bevolking. In afwachting van meer onderzoeken over het belang van supplementen als vitamine E hoopt de AHA spoedig nieuwe richtlijnen te kunnen geven.