Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.
Neem een digitaal abonnement of
Inloggen als abonnee
Diverse onderzoeken tonen een verband tussen
obesitas en overmatige vetconsumptie enerzijds en een slechtere prognose voor patiënten met
borstkanker anderzijds. Andere studies konden geen invloed aantonen. In de Iowa Women's Health Study werd de vetverdeling over het lichaam als factor in het onderzoek naar de overleving van patiënten met borstkanker betrokken. Uit een groep van 698 vrouwen, variërend in leeftijd van 55 tot 69 jaar, met eenzijdige borstkanker werden in de voorgaande zes jaar gegevens verzameld omtrent
body mass index (
BMI), de verhouding van middel- tot heupomvang, alsmede het voedingspatroon.
Gecorrigeerd voor leeftijd hadden vrouwen in het hoogste tertiel van BMI een 1,9- voudig verhoogde kans op overlijden aan borstkanker, vergeleken met de vrouwen uit het laagste tertiel. Na correctie voor andere prognostische factoren, zoals leeftijd,
roken, opleidingsniveau, tumorgrootte, stadium van
kanker, was het relatief risico 1,5. De verhouding van middel- tot heupomvang bleek niet gerelateerd aan het overlijdensrisico. Los van andere prognostische variabelen was het overlijdensrisico bij vrouwen met borstkanker
significant verhoogd met een factor hoger dan 2,0 voor het hoogste tertiel van inname van
vet. Uit deze
studie blijkt een ondersteuning voor de
hypothese dat een hoge consumptie van vet geassocieerd is met een verminderde overlevingskans voor vrouwen in de
menopauze die aan borstkanker lijden. Vrouwen met borstkanker zouden hun vetconsumptie moeten verlagen.