Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.
Neem een digitaal abonnement of
Inloggen als abonnee
Regelmatige bierdrinkers hebben een hogere foliumzuur- en lagere homocysteïnepsiegel dan mannen en vrouwen die niet of weinig bier drinken, zo blijkt uit Tsjechisch onderzoek. De onderzoekers concluderen hieruit dat dit effect, in combinatie met de alcohol in bier, het risico op
hart- en vaatziekten zou kunnen verlagen. Bier bevat, evenals groene bladgroente en verrijkte granen, relatief veel van de B-vitamine
foliumzuur. Bier wordt gemaakt van hop en gerst, de toegevoegde gist bevat B-vitaminen. Uit eerder onderzoek is bekend dat door drie weken lang regelmatig bier drinken de vitamine-B6-waarde stijgt met 30%. Met rode wijn of jenever bereikte men niet meer dan ongeveer de helft van dit resultaat. In bevolkingsgroepen met een lage inname van groente en granen, kan daarom het foliumzuur in bier een bijdrage leveren aan de bescherming van bloedvaten. De B-vitaminen foliumzuur,
vitamine B6 en
vitamine B12 helpen bij de afbraak van
homocysteïne, een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Dr. Mayer van de Universiteit Pilsen onderzocht van 543 inwoners van de Tsjechische stad Pilsen, tussen 35 tot 65 jaar oud, de bloedwaarden van de genoemde B-vitaminen. Wereldwijd gezien is Pilsen in de Tsjechische Republiek één van de plaatsen waar het meeste bier wordt gedronken. Het bleek dat matige bierconsumptie voldoende foliumzuur levert om de homocysteïnewaarden normaal te houden. De hoogste foliumzuur- en laagste homocysteïnewaarden werden gevonden bij deelnemers met een wekelijkse inname van meer dan 196 gram pure alcohol uit bier, overeenkomend met meer dan 1 liter bier per dag. Niet onderzocht werd de inname van B-vitaminen uit andere bronnen. Uit eerder onderzoek weet men dat inwoners van de Tsjechische Republiek relatief weinig fruit en groente eten. Het onderzoek werd gefinancierd door de Tsjechische overheid.