Bloedgroepdieet ontkracht

Het volgen van het bloedgroepdieet kan bijdragen aan een vermindering van het cardiovasculaire risico, maar dit effect is onafhankelijk van de persoonlijke bloedgroep. Hiermee wordt de hypothese van het bloedgroepdieet ontkracht.

Er namen 1455 proefpersonen deel aan de studie. Met behulp van een voedingsvragenlijst werd gedurende een maand de inname van het soort en de hoeveelheid voedingsmiddelen bijgehouden uit iedere categorie van het bloedgroepdieet. Afhankelijk hiervan werd bepaald welke type dieet de proefpersonen het meest volgden. Tevens werd van alle proefpersonen de bloedgroep vastgesteld.

Deelnemers met een hoge consumptie van voedingsmiddelen uit het type A-dieet - dat rijk is aan groenten, fruit en granen - hadden een significant lagere BMI en buikomvang in vergelijking met proefpersonen die weinig voedingsmiddelen uit dit type dieet aten. Ook leidde dit type dieet tot een significant lagere bloeddruk, cholesterolgehalte, triglyceridengehalte en insulinespiegel. Bij aanhangers van het AB-dieet (zuivelproducten, eieren en vis maar geen vlees) waren deze parameters eveneens significant lager, maar dit gold niet voor de BMI en de buikomvang. Het O-dieet - dat rijk is aan vleesproducten maar arm aan graanproducten - werd in verband gebracht met significant lagere triglyceridenspiegels. Van het B-dieet (rijk aan zuivelproducten) werden geen significante effecten gezien op cardiovasculaire risicofactoren. Wanneer de persoonlijke bloedgroepen gerelateerd werden aan de dieettypen bleek dit geen invloed te hebben op de effecten van de verschillende dieettypen.

Hoewel het volgen van het bloedgroepdieet veelal een positief effect heeft op cardiovasculaire risicofactoren, blijken deze effecten onafhankelijk van de persoonlijke bloedgroep. De onderzoekers vermoeden dat het gezonde eetpatroon - zoals de hoge consumptie van fruit en groenten in het A-dieet - verantwoordelijk is voor de effecten.