Borstonderzoek ter discussie

Volgens Deense onderzoekers draagt het screenen van vrouwen op borstkanker middels mammografie niet bij aan vermindering van het aantal doden door borstkanker. De Deense onderzoekers Olsen en Gotzsche rapporteerden in 2000 over dit onderwerp. Na forse kritiek uit de medische wereld onderwierpen zij hun onderzoeksresultaten aan een nieuwe analyse. Handleiding daarbij was het Cochrane-protocol, opgesteld door het Cochrane Centrum in Kopenhagen, een internationale organisatie met strenge standaards voor uitvoering en publicatie van onderzoeksresultaten. Olsen en Gotzsche bestudeerden acht studies over de relatie mammografie en mortaliteit door borstkanker. Ze concludeerden dat de opzet en uitkomst van slechts twee studies overeind bleven. De overige voldeden niet aan de wetenschappelijke criteria, zoals bijvoorbeeld leeftijd en andere factoren waardoor mammografie er gunstig uitkwam. Op grond van dit tweede onderzoek van Gotzsche en Olsen blijkt dat er geen bewijzen zijn op grond van grote onderzoeken om aan te nemen dat bevolkingsonderzoek het aantal doden vermindert. Zij toonden tevens aan dat bevolkingsonderzoek tot meer agressieve behandeling leidt. Zij publiceerden hun bevindingen in The Lancet. Volgens een rapport van de American Cancer Society is mammografie zeer belangrijk, omdat uit Zweeds onderzoek in 1987 bleek dat regelmatig onderzoek met mammografie leidde tot vermindering van het aantal doden met 63% in de groep vrouwen tussen 40 en 69 jaar oud. De ACS acht vroege ontdekking daarom van groot belang. Ontwikkeling van betere behandelingsmethoden werkt in deze cijfers zeker mee.