Carotenoïden beschermen het brein

Een adequate carotenoïdenstatus in het brein blijkt ook al op (jong)volwassen leeftijd de cognitie te beschermen. Aan de studie namen zestig gezonde personen deel in de leeftijd van 25 tot 45 jaar. Bij de deelnemers werd de carotenoïdenstatus in het brein afgeleid van de Macular Pigment Optical Density (MPOD), een indicator voor de dichtheid van het macula (netvlies) pigment. Deze heeft een goede correlatie met de belangrijkste hersen-carotenoïde, het luteïne. De onderzoekers beoordeelden dit bovendien als een goede indicator voor de totale carotenoïdenstatus in het brein. Tevens werd de elektrische activiteit in het brein gemeten tijdens het uitvoeren van cognitieve testen als indicator voor het cognitief functioneren. MPOD bleek gerelateerd aan de leeftijd en de specifieke elektrische activiteit in het brein tijdens het maken van beslissingen (de zogenaamde P3 amplitude). Hoewel jongere personen een grotere P3-amplitude hadden dan oudere proefpersonen, bleek dat oudere volwassenen met een hoge MPOD een P3-amplitude hadden die vergelijkbaar was met die van jongvolwassenen. Wanneer MPOD in de analyse werd meegenomen, bleek de leeftijd niet langer een significant voorspellende factor voor de P3-amplitude. De neuro-elektrische activiteit van personen van middelbare leeftijd met een hoge MPOD - dus gerelateerd aan een goede carotenoïdenstatus in het brein - komt overeen met dat van jongvolwassenen. De resultaten tonen dat een adequate carotenoïdenstatus in het brein ook al op (jong)volwassen leeftijd de cognitie positief beïnvloedt.