Darmflora bepaalt hoeveelheid buikvet?

Er bestaat een relatie tussen het microbioom van de darm en biomarkers voor metabole stoornissen zoals de hoeveelheid buikvet (visceraal vet).

Wetenschappers van het King’s College London maakten gebruik van gegevens van een grootschalige tweelingstudie, het TwinsUK cohort. Middels analyse van ontlastingmonsters werd de samenstelling van de darmflora van tweelingparen vastgesteld. Het betrof 1044 eeneiige tweelingen en 789 twee-eiige tweelingen met een gemiddelde leeftijd van 63 jaar. Van 1313 individuen waren uiteindelijk ontlastingmonsters beschikbaar. De samenstelling van de darmflora werd vervolgens gerelateerd aan zes biomarkers voor obesitas waaronder de BMI, hoeveelheid buikvet en de vetverdeling (ratio buik/heupvet).

De tweelingen hadden een darmflora die veel gezien wordt in de westerse wereld. De meest voorkomende darmbacterie was de Firmicutesbacterie (51%), gevolgd door de Bacteroidetesbacterie (39%) en de Proteobacterie (4%). Er werd een significant verband gezien tussen de aanwezigheid van overerfbare bacteriën en de hoeveelheid visceraal vet, evenals de ratio buik/heupvet. Vooral de aanwezigheid van het bacteriegeslacht Oscillospira werd in verband gebracht met een verhoogd aandeel visceraal vet. De studieresultaten bevestigen bovendien een relatie tussen een lage diversiteit van de darmflora en biomarkers voor obesitas.

Al eerder werd een verband gezien tussen de samenstelling van de darmflora en de BMI. De huidige resultaten geven nieuw inzicht in de rol van darmbacteriën bij metabole aandoeningen.