Eiwitten doen ouderen beter functioneren

Een hoge inname van eiwitten is geassocieerd met een beter functioneren van 85-plussers. Aan de Britse studie namen 722 thuiswonende ouderen deel met een leeftijd van 85 jaar of ouder. De ouderen hielden gedurende twee dagen hun voedingspatroon bij. Op basis hiervan werd de inname van eiwitten geschat. Na anderhalf, drie en vijf jaar werd het lichamelijk functioneren van de deelnemers getest. De 'disability trajectories' waren gedefinieerd als het vermogen om zeventien verschillende alledaagse activiteiten uit te voeren. Afhankelijk van het resultaat werden ze in vier groepen verdeeld: uitstekend, goed, matig en slecht functioneren. Iedere verhoging van de eiwitinname in gram per kilogram lichaamsgewicht per dag was geassocieerd met een significant grotere kans om in de categorie uitstekend of goed functioneren terecht te komen. De kans op matig of slecht functioneren nam met een hoge inname significant af. Ouderen met een eiwitinname van minimaal één gram per kilogram lichaamsgewicht per dag hadden twee- tot viermaal meer kans om goed tot uitstekend te kunnen functioneren bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten in vergelijking met leeftijdgenoten met een lagere eiwitinname. Een eiwitconsumptie van minimaal één gram per kilogram lichaamsgewicht per dag verkleint de kans op 'disability trajectories', ofwel verbetering van het functioneren op oudere leeftijd.