Erfelijk gehoorverlies voorkomen met nutriënten?

Suppletie met de micronutriënten bètacaroteen, vitamine C, vitamine E en magnesium vertraagt de progressie van een veelvoorkomende vorm van erfelijk gehoorverlies.

Er werden muizen in twee groepen verdeeld. De muizen hadden humane genmutaties die verantwoordelijk zijn voor gehoorverlies. De mutatie van het GJB2-gen is de meest voorkomende oorzaak van doofheid bij kinderen. De andere mutatie betrof het DIAPH3-gen dat verantwoordelijk is voor auditieve neuropathie. Het betreft een zeldzame vorm die zich pas op oudere leeftijd manifesteert. In een groep kregen muizen met de GJB2-genmutatie vanaf de zoogperiode (vier weken) tot een leeftijd van zestien weken dagelijks standaardvoeding met per kilo 1 gram bètacaroteen, 10 gram vitamine C, 8 gram vitamine E en 13 gram magnesium. Ook was er een groep muizen met de DIAPH3-genmutatie die het voer kreeg zonder de nutriënten kreeg vanaf de zoogperiode tot een leeftijd van twaalf weken. In de controlegroepen kregen de muizen alleen de standaardvoeding.

Muizen met de GJB2-genmutatie die het nutriënten-voer kregen scoorden significant beter op gehoortesten dan muizen in de controlegroep. Daarentegen hadden de muizen met de andere genmutatie er geen baat bij en was hun gehoor slechter dan bij de muizen in de controlegroep.

Genmutaties zijn een voorname oorzaak van erfelijk gehoorverlies. Het feit dat het bètacaroteen, vitamine C, vitamine E en magnesium niet bij beide mutaties hetzelfde effect hadden, verklaart dat de onderscheidelijke mutaties een verschillende benadering vereisen.