Essentiële vetzuren en risico op prostaatkanker

In de Verenigde Staten is prostaatkanker voor mannen de tweede oorzaak bij overlijden aan kanker. Over de oorzaak ervan is weinig met zekerheid bekend. Een hoge consumptie van verzadigde (dierlijke) vetten verhoogt het risico. Sommige onderzoeken laten een beschermend effect zien van omega 3-vetzuren uit vis: eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA) worden genoemd als actieve stoffen. Omega 6-vetzuren, zoals linolzuur (LA) zouden juist risicoverhogend werken. Aan de Universiteit van Noord-Carolina, Chapel Hill, Verenigde Staten, werd een groep van 89 patiënten en 38 controlepersonen onderzocht op biomarkers en risico op prostaatkanker. Hiertoe werd het vetzurenprofiel in de membranen van de rode bloedcellen gemeten alsmede in depotvet. De mannen in het hoogste quartiel van de inname van linolzuur hadden een vijfvoudig verhoogd risico op prostaatkanker vergeleken met een lage consumptie van linolzuur. Deze trend was het duidelijkst in het vetzurenprofiel in de erythrocietmembranen. Een verondersteld beschermend effect van EPA werd slechts in beperkte mate gevonden in het onderzoek van depotvet. Een verklaring voor de risicoverhoging door linolzuur is de verandering van de prostaglandinen-stofwisseling met een groter accent op de vorming van prostaglandinen van de 2?serie.