Foliumzuursuppletie bij schizofrenie: succes afhankelijk van genotype

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

2 min

Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.

Neem een digitaal abonnement  of Inloggen als abonnee
Schizofrene personen met een specifiek genotype hebben baat bij foliumzuursuppletie.
In de studie werden 32 volwassenen met schizofrenie verdeeld in een suppletie- en placebogroep. Ze kregen gedurende 12 weken dagelijks 2 mg foliumzuur of een placebo. Het resultaat van de behandeling werd gemeten aan de hand van de totale score op de Scale for the Assessment of Negative Symptoms (SANS). Ook werd gekeken naar de invloed van het genotype van het enzym MTHFR op de behandeleffecten. Hiertoe werden patiënten met het 677 T/T- en C/T-genotype vergeleken met personen met het 667 C/C-genotype.
Van de 28 patiënten die de studie voltooiden werden de resultaten geanalyseerd. Foliumzuursuppletie leidde in de hele groep niet tot een significante afname van symptomen ten opzichte van het gebruik van de placebo. Wel liet de behandeling bij personen met verschillende MTHFR-genotypes onderlinge verschillen zien. Personen met minimaal één T-allel hadden minder symptomen bij een hogere foliumzuurconcentratie.
Al eerder werd een verband aangetoond tussen een foliumzuurtekort en een toename van symptomen bij schizofrenie. De resultaten van dit onderzoek wijzen uit dat slechts schizofrene personen met een specifiek genotype geholpen worden door foliumzuursuppletie.

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.

Gerelateerde artikelen