Gammalinoleenzuur bij schizofrenie en tardieve dyskinesie

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

4 min

Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.

Neem een digitaal abonnement  of Inloggen als abonnee
Uit verschillende waarnemingen komt naar voren dat er een relatie bestaat tussen prostagladinen, essentiële vetzuren en schizofrenie. En wel op de volgende gronden: 1. Schizofreniepatiënten voelen zich beter na koorts of een aanval. Deze toestanden gaan gepaard met verhoogde niveaus van prostaglandinen in de hersenen. 2. Neuroleptica stimuleren de produktie van prolactine, hetgeen weer een stimulans is voor De aanmaak van prostaglandinen. 3. Bloedplaatjes van schizofreniepatiënten produceren geen prostaglandine E1 uit dihomo-gammalinoleenzuur na stimulering met adeninedifosfaat. 4.Prostaglandine E1 versterkt gedragseffecten veroorzaakt door blokkering van dopamine in de hersenen en heft de gedragseffecten van amfetaminen op. 5. Zowel de vetzuren van het omega 6 als het omega 3 type zijn nodig voor het handhaven van de normale dopaminergische functie van de nucleus caudatus in de hersenen van de kat. 6. Lage niveaus van linolzuur, dihomo-gammalinoleenzuur en hoge niveaus arachidonzuur in de fosfolipiden van de membranen in rode bloedcellen werden gerapporteerd bij schizofreniepatiënten. 7. In Een door de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) aan acht onderzoekscentra uitgevoerde studie werden gunstige resultaten gevonden in die landen waar het voedsel een hoger aandeel bevatte aan onverzadigd visvet, groenten en zeevoedsel. Horrobin heeft gewezen op de verhoogde verhouding dopamine ten opzichte van prostaglandine E1 bij schizofreniepatiënten. Deze verhouding kan genormaliseerd worden door hetzij vermindering van de te sterke dopaminefunctie, hetzij door verhoging van het prostaglandine E1-niveau. Dit kan bereikt worden door verstrekking van prostaglandine E1 of door de precursor, namelijk linolzuur en glinoleenzuur. Het geneesmiddel fenoxy­methyl penicilline, waarvan bekend is dat het de aanmaak van prostaglandi­ne E1 stimuleert, toonde antipsychotische effecten bij tien chronische schizofreniepatiënten. Het gebruik van deze medicatie bij schizofreniepatiënten, samen met capsules gammalinoleenzuur, bleek een gunstige invloed te hebben op het ziektebeeld. In een ander onderzoek, bleken chronische schizofreniepatiënten baat te hebben bij een behandeling met 0,2 tot 1.0 g lijnzaadolie per kilo lichaamsgewicht per dag. Weer ander onderzoek toonde aan dat er een afwijking in de stofwisseling kan bestaan bij patiënten met tardieve dyskinesie. Patiënten met tardieve dyskinesie, die een therapie kregen met essentiële vetzuren, vertoonden geen significante verbetering in de tests voor tardieve dyskinesie, maar er was een significante verbetering van hun mentale toestanden in de Wechsler geheugentest na suppletie met teunisbloemolie. Bekend is, dat vitamine C, vitamine B6 en vitamine B3 en het mineraal zink micronutriënten zijn die de stofwisseling van essentiële vetzuren stimuleren. De auteurs ondersteunen de suppletie van essentiële vetzuren en micronu­triënten bij patiënten met schizofrenie.

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.

Gerelateerde artikelen