Hoge doses vitamine C vermindert vorming galstenen

De vorming van galstenen is primair afhankelijk van een hoge concentratie cholesterol in de galvloeistof. Oververzadiging van cholesterol in de galvloeistof komt echter ook voor bij gezonde personen zonder galstenen. Er moeten dus ook andere factoren een rol spelen. In een klinisch onderzoek is het begrip nucleatietijd, afgekort NT, afgeleid van het Engelse nucleation time waardevol gebleken. Dit is de tijd die nodig is voor cholesterol in een monster galvloeistof om neer te slaan. Een korte NT is sterk gecorreleerd met galsteenvorming. Uit proeven met cavia's is bekend dat vitamine-C-gebrek onder andere leidt tot oververzadiging van de galvloeistof met cholesterol en de vorming van galstenen sterk bevordert. Patiënten die last hadden van galstenen en reeds op de operatielijst geplaatst waren voor een laparoscopische verwijdering van galstenen werden onderzocht op vitamine C, lipiden en cholesterolstofwisseling. Vervolgens kregen zij gedurende twee weken oraal vier maal daags 500 milligram vitamine C. Deze inname van twee gram vitamine C per dag resulteerde in een significante toename van 69 naar 98 micromol vitamine C/liter in het plasma. Lipiden, HDL-, LDL- en totaalcholesterol veranderden niet significant. Vergelijking van de lipiden in de galvloeistof van de met vitamine C behandelde patiënten en onbehandelde patiënten toonde een verhoging van 11 procent van de concentratie fosfolipiden. Cholesterol en galzuren waren onveranderd. De NT was significant verlengd in de vitamine-C-groep vergeleken met de onbehandelde patiënten, van respectievelijk 7 naar 2 dagen. Vergeleken met de onbehandelde patiënten hadden de vitamine-C-gebruikers een sterk veranderde samenstelling van de galzuren in de galvloeistof. Bij hen was het percentage galzuur verlaagd en dat van deoxygalzuur, ursodeoxygalzuur en lithogalzuur verhoogd. De toediening van vitamine C blijkt de vorming van galstenen aanzienlijk te verminderen.