Invloed tarwezemelen en calcium op excretie galzuren bij patiënten met verwijderde adenomateuze colonpoliepen

In de etiologie van colorectaal kanker spelen genetische, omgevings- en voedingsfactoren een rol. Voedingsvezels en calcium zijn stoffen die de kans op colonkanker kunnen verminderen. In deze dubbelblinde placebo gecontroleerde studie werd het dieet aangevuld met tarwezemelen (2,0 of 13,5 g/dag) en/of met calcium (250 of 1500 mg/dag). Het effect hiervan op de fecale galzurenconcentratie en -excretie werd gemeten bij patinten met een geschiedenis van colonadenomen. Meting vond plaats aan het begin van de studie en na 3 en 9 maanden, en omvatte bepaling in 72-uurs feces van de totale concentratiegalzuren, de primaire (chenodeoxycholinezuur, cholinezuur) en de secundaire galzuurconcentratie (deoxycholine-,lithocholine- en ursodeoxycholinezuur). Eén groep kreeg een dieet met veel vezels, een tweede groep een dieet met veel calcium, een derde een dieet met zowel vezels als calcium. Een vierde groep kreeg alleen het basisdieet. Een hoge inname van zemelen of calcium of de combinatie hiervan gedurende 9 maanden, bleek een significante reductie te veroorzaken in de concentratie en excretiesnelheden van de totale en secundaire galzuren. Deze studie ondersteunt de hypothese dat vezels en calcium het risico op colonkanker verminderen door beïnvloeding van de fecale galzuurconcentraties.