Koolhydraatrijke voeding bij ziekte van Parkinson

Aan het Colorado Neurologic Institute, afdeling Bewegingsstoornissen, werd een koolhydraatrijke voeding getest in een onderzoek bij patienten met de ziekte van Parkinson. Patienten die een voeding met een koolhydraat-eiwit verhouding van 7:1 consumeerden, konden zich beter bewegen dan patienten die een eiwitrijke voeding tot zich namen. Door de dagelijkse voeding zo samen te stellen, dat er een verhouding van koolhydraten en eiwitten ontstaat van 7:1, ontwikkelt zich een consistente, betrouwbare respons ten opzichte van de medicatie met levodopa. Bij een overmaat aan eiwit werkt levodopa niet goed. Bij een te laag eiwitaanbod is de opname van levodopa in de hersenen te hoog. Hierdoor kan de bewegingsstoornis tardieve dyskinesie ontstaan, gekenmerkt door ongecontroleerde spierbewegingen en tremor. Voor een verhouding van eiwit-koolhydraat van 7:1 in de voeding, moeten alle gegevens omtrent voedselsamenstelling voor elke maaltijd worden verzameld. Via informatie op het etiket en uit tabellen wordt het aantal grammen eiwit en koolhydraten berekend. Door het aantal grammen eiwit te delen op de grammen koolhydraat wordt de verhouding gevonden. Door toevoeging van eiwit- of koolhydraathoudende voedingsmiddelen kan de verhouding 7:1 tenslotte bereikt worden.