Laag vitamine B2 bij verhoogd homocysteïne

Personen met een bepaalde genetische mutatie, het zogenaamde TT-genotype, lopen de kans een verhoogde homocysteïnespiegel te hebben. Deze verhoging treedt op wanneer de mensen te weinig vitamine B2 in hun bloed hebben. Deze conclusie trok dr H. McNulty van de University of Ulster in Noord-Ierland in de American Journal of Clinical Nutrition. Het enzym MTHFR (methyleentetrahydrofolaatreductase) levert het foliumzuur aan dat van belang is bij het metabolisme van het giftige aminozuur homocysteïne. Mensen met het TT-genotype hebben in beide genen een mutatie van dit enzym, waardoor de MTHFR-activiteit afneemt en de homocysteïnespiegel stijgt. Dit bewuste genotype komt onder de Europese en Noordamerikaanse populaties bij 10 tot 15% van de mensen voor. De onderzoekers dachten dat de MTHFR-activiteit bij mensen met het TT-genotype gevoelig is voor de riboflavinestatus. Om dit te toetsen onderzochten zij 286 proefpersonen van 19 tot 63 jaar. De proefpersonen werden op basis van hun genen in drie groepen verdeeld: de TT-groep, de CT-groep waarin de mensen slechts op één gen een mutatie voor het enzym hadden en de CC-groep waarin helemaal geen T-genen voorkwamen. De gemiddelde homocysteïnespiegel in de TT-groep was 18 µmol/l. Dit gemiddelde was bijna twee maal zo hoog als in de andere twee groepen. Daarnaast bevatten de rode bloedcellen van de TT-groep minder foliumzuur en had deze groep een lagere riboflavinestatus dan de CT- en TT-groep. Mensen met het TT-genotype die voldoende riboflavine in het bloed hadden, hadden echter een even groot metabolisme van homocysteïne als de mensen in de beide andere groepen. Het is al langer bekend dat suppletie met foliumzuur, vitamine B6 en B12 de homocysteïnespiegel kan verlagen. Het effect van riboflavine hierop is echter vrij nieuw. Onderzoeken uit Noorwegen en de VS hebben soortgelijke resultaten aangetoond.