Leverschade door prenatale cafeïne-blootstelling

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

2 min

Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.

Neem een digitaal abonnement  of Inloggen als abonnee
De inname van cafeïne tijdens de zwangerschap heeft een negatief effect op de ontwikkeling van de lever van het nageslacht, zo blijkt uit een rattenstudie. In het experiment werden ratten tijdens hun zwangerschap, van de 9e tot 20e zwangerschapsweek, dagelijks blootgesteld aan een lage (30 mg/kg lichaamsgewicht) dan wel hoge (120 mg/kg lichaamsgewicht) dosis cafeïne. De dosissen zijn vergelijkbaar met de consumptie van respectievelijk 2 tot 3 en 6 tot 9 koppen koffie per dag. Het nageslacht van de ratten mét cafeïne had bij de geboorte een lager lichaamsgewicht, een lagere concentratie van het groeihormoon insuline-achtige groeifactor-1 (IGF-1), hogere concentraties van stresshormonen en een minder ontwikkelde lever in vergelijking met het nageslacht van ratten die geen cafeïne kregen. Na de geboorte bleek een ‘compensatiemechanisme’ in gang gezet te worden dat ervoor zorgde dat de concentraties stresshormonen daalden, terwijl de activiteit van IGF-1 toenam en de lever zich kon herstellen. Het effect was aanwezig bij beide dosissen cafeïne. De wetenschappers vermoeden dat het effect bewerkstelligd wordt doordat cafeïne de concentratie van het stresshormoon cortisol verhoogt. Cortisol leidt in de lever tot een verhoogde expressie van zogeheten glucocorticoïden-functiegerelateerde genen (GR/C/EBPα) en een verminderde genexpressie van IGF-1.

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.

Gerelateerde artikelen