Lijnzaad en astaxanthine bij leververvetting

Suppletie met lijnzaadolie en de antioxidant astaxanthine beschermt tegen niet-alcoholische leververvetting (NAFLD). Er werden veertig ratten in vier groepen verdeeld. Ze kregen allen vetrijke voeding (20% vet). In de eerste groep was het vet volledig afkomstig van varkensreuzel. In de tweede groep was het vet voor 75% afkomstig van reuzel, de overige 25% bestond uit een mix van lijnzaadolie en astaxanthine (verhouding 1 gram astaxanthine per kilogram lijnzaadolie). In de derde groep was de helft van het vet van reuzel en de helft van lijnzaadolie met astaxanthine en in de vierde groep was het vet volledig afkomstig van lijnzaadolie met astaxanthine. De dieren kregen deze voeding gedurende een periode van tien weken. Substitutie van reuzelvet door lijnzaadolie en astaxanthine ging gepaard met een afname van vetopslag in de lever en met lagere concentraties van cholesterol en triacylglycerol. Bij een concentratie van minimaal 50% lijnzaadolie met astaxanthine werden significant lagere concentraties van cholesterol en triacylglycerol gevonden in de lever. De mate van leververvetting was onder invloed van suppletie met lijnzaadolie en astaxanthine de helft minder dan bij voeding met enkel vet van varkensreuzel. Suppletie ging gepaard met een verhoogde activiteit van receptoren van het vetzuurmetabolisme en een verhoogde activiteit van de antioxidanten superoxidedismutase, glutathion, glutathionperoxidase en catalase. De wetenschappers vermoeden dat lijnzaadolie en astaxanthine leververvetting tegengaan door een verminderde vetopslag in de lever en door hun antioxidatieve werking.