Longmicrobiota van invloed op kankerprogressie

De aanwezigheid van veelvoorkomende orale microben in de longen, blijkt de progressie van longkanker te stimuleren. Lange tijd werd gedacht dat de longen steriel zijn, maar het blijkt dat bacteriën uit de mondholte de longen bereiken via (onbewust) verslikken. Wetenschappers analyseerden de longmicrobiota van 83 longkankerpatiënten die geen behandeling ondergingen. Met behulp van bronchoscopie werden monsters verkregen. Ook werd een muizenexperiment uitgevoerd. Het bleek dat patiënten met een vergevorderd stadium van longkanker (stadium 3b-4) meer orale bacteriën in de longen hadden dan patiënten met een minder gevorderd stadium (stadium 1-3a). De aanwezigheid van orale bacteriën was geassocieerd met een lagere overlevingskans, ook na correctie voor het longkankerstadium. De aanwezigheid van Veillonella-, Prevotella- en Streptococcusbacteriën was gerelateerd aan een slechte prognose. Ook was de aanwezigheid van deze bacteriën, evenals de Rothiabacterie, geassocieerd met een sterkere tumorprogressie. In het experiment werd bij muizen met een longtumor de bacterie Veillonella parvula toegediend. Dit leidde tot een lagere overlevingskans, gewichtsverlies, tumorprogressie en was gerelateerd aan een verhoogde expressie van inflammatoire proteïnen waaronder IL-17. Een deel van deze muizen kreeg vervolgens een antilichaam tegen IL-17 toegediend. Bij deze muizen nam de tumorlast significant af ten opzichte van de controlegroep. De samenstelling van de longmicrobiota blijkt van invloed op de immuunrespons en is zodoende gerelateerd aan de tumorprogressie en de prognose.