Meer kans metabole ziekte door flesvoeding?

Flesgevoede kinderen hebben op latere leeftijd mogelijk een verhoogde kans op aandoeningen waaronder obesitas, diabetes type-2 en cardiovasculaire aandoeningen.

Voor de studie werden resusapen gebruikt, omdat hun moedermelk en microbioom sterke overeenkomsten vertoont met de humane moedermelk en de menselijke darmflora. Bij de babyapen werd het effect van flesvoeding en moedermelk vergeleken op metabolieten in het bloedserum en de urine, antropometrische kenmerken en microben in de ontlasting.

De flesgevoede babyapen waren groter dan hun soortgenoten die met moedermelk opgroeiden. Tevens verschilde de darmflora van flesgevoede apen doordat bij deze meer bacteriën van het geslacht Ruminococcus werden aangetroffen en minder van het geslacht Lactobacillus. Bij de flesgevoede baby’s werden ook hogere insulineconcentraties in het bloedserum aangetroffen. Dit ging gepaard met hogere concentraties aminozuren, terwijl de hoeveelheid eindproducten van aminozuren hoger waren bij de borstgevoede baby’s. Tijdens de tweede maand werd bij de flesgevoede apen een hogere concentratie van galactose in de urine en het bloed gezien, galactitol in de urine, evenals hogere waardes van ontstekingsbevorderende cytokinen TNF-alfa, IFN-gamma, IL-1ß en IL-4.

De resultaten laten zien dat de concentraties van bepaalde metabolieten verschillen onder invloed van fles- en borstvoeding, evenals de ontwikkeling van de darmflora. Flesvoeding lijkt een ongunstiger metabole ontwikkeling in de hand te werken.