Micronutriëntensuppletie en infecties bij ouderen

Bij ouderen wordt regelmatig ondervoeding vastgesteld. Hierdoor vermindert de weerstand tegen infectieziekten. In dit onderzoek werd bestudeerd of orale suppletie met mineralen en/of vitaminen aan ouderen in een tehuis, gedurende twee jaar, het optreden van infectieziekten verminderde. Naast een placebogroep was er een mineralengroep (20 mg zink/dag, 100 mg selenium/dag), een vitaminegroep (120 mg vitamine C/dag, 6 mg bètacaroteen/dag, 15 mg alfatocoferol/dag) en een groep die zowel de mineralen als de vitaminen kreeg. De gesuppleerde hoeveelheden lagen iets boven de Amerikaanse en Franse RDA. Aan het begin van de studie had 60-70% van de deelnemers een gebrek aan selenium, zink, vitamine C en/of foliumzuur. 15% had een laag bètacaroteenniveau. Het aantal personen met een selenium-deficiëntie daalde door suppletie van 65% naar 10%. Zinkniveaus waren hoger na 6 maanden en 1 jaar, maar niet na 2 jaar. Ook de niveaus van de vitaminen waren significant verhoogd. Ouderen die de mineralen gesuppleerd kregen, al of niet in combinatie met vitaminen, hadden minder luchtweg- en urogenitale infecties. Er was geen effect op de levensverlenging. Vitaminen alléén hadden geen effect op het optreden van infecties. Nader onderzoek moet uitwijzen of dat komt door te lage dosering of door een verkeerde keus van de diverse vitaminen.