Minder stevige botten bij meisjes door frisdrank

De botdichtheid van tienermeisjes die veel koolzuurhoudende frisdrank drinken, is lager dan dat van hun leeftijdsgenoten die hiervan minder nemen. Bij jongens is dit verschil niet aangetoond. Dit is de belangrijkste conclusie van een studie in Noord-Ierland.
Voor deze studie werden leerlingen van zesendertig scholen geobserveerd. Dit betrof in totaal bijna 600 jongens en een kleine 750 meisjes tussen de twaalf en vijftien jaar oud. De botdichtheid in de hiel van het dominante been van deze pubers werd gemeten. De gemiddelde drankconsumptie werd met een gestandaardiseerde methode vastgesteld. Ook werd gekeken naar de invloed van andere factoren die de botdichtheid beïnvloeden, zoals lichaamsgewicht, lichaamsbeweging, roken en alcoholgebruik. Het onderzoek betrof non-alcoholische koolzuurhoudende drankjes. Deze werden onderverdeeld in coladranken (aangezuurd met fosforzuur), niet-coladranken (aangezuurd met citroenzuur) en light softdrinks, gezoet met zoetmakers als aspartaam.
De meisjes, niet de jongens, bleken een significant lagere botmineralendichtheid te hebben wanneer ze meer frisdrank nuttigden. Een verband kon niet worden aangetoond voor cola alleen. De onderzoekers neigen ertoe om het verband met de frisdrankconsumptie toe te schrijven aan een tegelijkertijd verminderde melkconsumptie. Ook de totale calciuminname was bij de meisjes met een verminderde dichtheid lager vergeleken met meisjes met een hogere botdichtheid.
Waarom de relatie niet werd aangetroffen bij jongens is niet duidelijk. Deze groep consumeerde meer frisdrank dan de meisjes, maar ook meer melk. Bovendien bewogen ze meer. De andere factoren - gewicht, beweging, roken, alcoholgebruik - hadden geen invloed op de uitkomsten van het onderzoek. De onderzoekers vonden deze uitkomsten wel belangrijk genoeg om een waarschuwend geluid te laten horen betreffende de opwaartse trend van frisdrankconsumptie onder de jeugd in Westerse landen.