Na beroerte: voeding en microbiota

Bij personen die slikklachten hebben als gevolg van een beroerte (dysfagie), wordt vaak gestart met sondevoeding. Herstarten van orale voeding bij deze personen, heeft een grote invloed op de microbiota van de mond en de darm. Aan het onderzoek namen elf patiënten deel met dysfagie. De proefpersonen kregen sondevoeding waarna overgegaan werd op orale voeding. Het effect hiervan op de microbiota werd onderzocht. Er werden speeksel- en ontlastingmonsters geanalyseerd van de deelnemers tijdens de periode van sondevoeding en na de overgang op orale voeding. De proefpersonen kregen via zowel sondevoeding als normale voeding dagelijks 1840 kilocalorieën binnen met 75 gram eiwitten, 45 gram vetten en 280 gram koolhydraten. Gunstig was dat de overgang naar orale voeding leidde tot een grotere diversiteit van de microbiota in zowel de mond als de darm. Vooral de mondflora werd beïnvloed door de orale voeding. Er was een groot verschil in de diversiteit van de microbiota van de mond en de darm, maar er werd in beide spijsverteringsorganen een toename gezien van Carnobacteriaceae- en Granulicatellabacteriën. Ook werd een afname gezien van dysbiose van de microbiota. Orale voeding blijkt van belang voor het in standhouden van een normale microbiële samenstelling in de mond en de darm. Het zo snel mogelijk hervatten van orale voeding na toediening van sondevoeding verkleint de kans op dysbiose van de mond- en darmmicrobiota.