Niet-drinkers overlijden sneller

Een glaasje bier of wijn drinken vermindert de kans op overlijden door kransvatziekte, zo blijkt uit een Frans onderzoek. Uit het onderzoek bleek verder dat een gematigde consumptie van alleen wijn de kans op overlijden in het algemeen verlaagt. Dr. Serge Renaud van het Institut National pour la Sante et la Recherche Medicale in Bordeaux onderzocht met behulp van een vragenlijst het drinkgedrag van 36.250 mannen die allen tussen de 40 en 60 jaar oud waren. De groep werd vervolgens verdeeld over de subgroepen: niet-drinkers, wijndrinkers, bierdrinkers en drinkers van beide dranken. Hierbij werd rekening gehouden met leeftijd, rookgedrag, opleiding en lichaamsgewicht. Na een volgperiode van 12 tot 18 jaar bleek dat wijndrinkers die dagelijks 1-54 g alcohol consumeerden een duidelijk kleinere kans op overlijden hadden dan de mannen die geen alcohol dronken. Een wijnconsumptie met 22-32 alcohol per dag beperkte in het bijzonder de kans op overlijden aan kanker. Tenslotte bleek dat wijndrinkers die 22-54 g alcohol dronken, minder kans op overlijden door hart- en vaatziekten hadden. Bierdrinkende mannen die dagelijks 55-98 g alcohol binnenkregen, hadden minder kans op hart- en vaatziekten, vergeleken met niet-drinkers. Een zware alcoholconsumptie (>131 g alcohol per dag) bleek zowel in het geval van bier als wijn te zorgen voor verhoogde kans op overlijden. Het viel op dat de zware wijndrinkers minder kans op kanker hadden. Volgens Renaud kwam dit door hoge concentraties resveratrol. Deze stof heeft hoogstwaarschijnlijk kankerremmende capaciteiten. Ook is het mogelijk dat bier kankerverwekkende bestanddelen bevat die bij overmatige consumptie schadelijk worden, aldus Renaud. Een gematigde consumptie van wijn is vooralsnog het beste. Of dit nu aan de wijn of specifiek aan de alcohol ligt, is echter nog niet duidelijk, voedt Renaud toe.