Omega 3-vetzuren en de voeding van zuigelingen

In de weefsels van hersenen en netvlies van zuigelingen, alsmede in die van apen, zijn de concentraties omega 3-vetzuren, namelijk docosahexaeenzuur (DHA) het hoogst. De concentraties van dit essentiële vetzuur neemt gedurende de laatste fase van de zwangerschap en kort na de bevalling het sterkst toe. Indien het gehalte aan omega 3-vetzuren in de voeding laag is, weerspiegelt zich dit in verminderde niveaus van DHA in de rode bloedcellen, en in de weefsels van hersenen en netvlies, resulterend in mogelijk onomkeerbare afwijkingen van de functie van het netvlies. Alfalinoleenzuur, de precursor van DHA, kan een ontoereikende bron zijn van essentiële vetzuren, daar de omzetting tot DHA onvoldoende kan plaatsvinden. Te vroeg geboren baby's verliezen DHA uit de lichaamsvoorraden, tenzij ze borstvoeding krijgen of een aanvulling met DHA. Zeevoedsel is een uitstekende bron van DHA. Moeders die vis eten hebben verhoogde concentraties DHA in de moedermelk. Zwangere vrouwen en vrouwen die hun kind de borst geven, zouden regelmatig vis moeten eten om hun kind van DHA te voorzien. De verhoudingsgetallen voor omega 3-vetzuren ten opzichte van omega 6-vetzuren in moedermelk liggen tussen 5,8 en 17,8. Regelmatige inname van DHA zal het in celmembranen aanwezige arachidonzuur verdringen, zodat tevens arachidonzuur gegeven moet worden. Naast de consumptie van vis is het gebruik van plantaardige oliën met een hoog gehalte aan enkelvoudig onverzadigde vetzuren aan te raden. Olijfolie bijvoorbeeld, kan behulpzaam zijn bij het vermijden van een extreme verhoudingen tussen omega 6-vetzuren en omega 3-vetzuren, zodat linoleenzuur tevens beter benut kan worden.