Rol van methionine en B-vitaminen bij dikkedarmkanker
Onder redactie van Ortho Institute
Onder redactie van Ortho Institute
3 min
Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.
Neem een digitaal abonnement of Inloggen als abonnee
De inname van methionine en B-vitaminen met de voeding houdt verband met de ontwikkeling van dikkedarmkanker. Dat blijkt uit een studie van de Universiteit van Maastricht in samenwerking met TNO Leiden.
In deze studie werden de effecten van zowel methionine als de B-vitaminen foliumzuur, vitamine B2 en vitamine B6 op het risico van dikkedarmkanker onderzocht. Dit omdat deze voedingsstoffen als methyldonoren dienen bij de methylering van DNA. DNA-methylering zorgt voor langdurige uitschakeling van een gen als deze in een bepaalde periode niet nodig is. Een lage inname van genoemde stoffen zou tot een veranderde, ongewenste DNA-methylering, kunnen leiden die het risico van dikkedarmkanker mogelijk verhoogt.
Voor het onderzoek werd gebruik gemaakt van de gegevens van 2349 patiënten met dikkedarmkanker en 4168 controlepersonen zonder deze aandoening. Ze waren afkomstig van de Nederlandse Cohortstudie naar Voeding en Kanker, in 1986 opgezet onder ruim 120.000 Nederlanders, en besloegen een volgperiode van 13 jaar.
De inname van foliumzuur bleek geen verband te houden met het risico van dikkedarmkanker, noch onder mannen noch onder vrouwen. Dit gold echter wel voor de inname van methionine. De 20% mannen met de hoogste inname van deze voedingsstof bleken een 43% significant verlaagd risico van proximale dikkedarmkanker (kanker in het hooggelegen (opstijgende) deel van de dikke darm) te hebben. Op dezelfde wijze betekende een hogere methionine-inname onder vrouwen een 55% significant verlaagd risico van rectaalkanker. De onderzoekers constateerden ook een beschermende invloed van een hogere vitamine B2-inname, echter alleen onder vrouwen. Het leidde bij hen tot een 39% verlaagd risico van proximale dikkedarmkanker. Een hogere vitamine B6-inname bleek bij vrouwen echter tot een 3,6 maal verhoogde kans op rectaaltumoren te leiden.
In deze studie werden de effecten van zowel methionine als de B-vitaminen foliumzuur, vitamine B2 en vitamine B6 op het risico van dikkedarmkanker onderzocht. Dit omdat deze voedingsstoffen als methyldonoren dienen bij de methylering van DNA. DNA-methylering zorgt voor langdurige uitschakeling van een gen als deze in een bepaalde periode niet nodig is. Een lage inname van genoemde stoffen zou tot een veranderde, ongewenste DNA-methylering, kunnen leiden die het risico van dikkedarmkanker mogelijk verhoogt.
Voor het onderzoek werd gebruik gemaakt van de gegevens van 2349 patiënten met dikkedarmkanker en 4168 controlepersonen zonder deze aandoening. Ze waren afkomstig van de Nederlandse Cohortstudie naar Voeding en Kanker, in 1986 opgezet onder ruim 120.000 Nederlanders, en besloegen een volgperiode van 13 jaar.
De inname van foliumzuur bleek geen verband te houden met het risico van dikkedarmkanker, noch onder mannen noch onder vrouwen. Dit gold echter wel voor de inname van methionine. De 20% mannen met de hoogste inname van deze voedingsstof bleken een 43% significant verlaagd risico van proximale dikkedarmkanker (kanker in het hooggelegen (opstijgende) deel van de dikke darm) te hebben. Op dezelfde wijze betekende een hogere methionine-inname onder vrouwen een 55% significant verlaagd risico van rectaalkanker. De onderzoekers constateerden ook een beschermende invloed van een hogere vitamine B2-inname, echter alleen onder vrouwen. Het leidde bij hen tot een 39% verlaagd risico van proximale dikkedarmkanker. Een hogere vitamine B6-inname bleek bij vrouwen echter tot een 3,6 maal verhoogde kans op rectaaltumoren te leiden.
Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.