Soort vet beïnvloedt vetpercentage

Een hoge inname van meervoudig onverzadigde vetzuren is gerelateerd aan een lager vetpercentage bij gezonde kinderen.

Aan de studie namen 311 kinderen in de leeftijd van zeven tot twaalf jaar deel. Ze hadden een verschillende etnische achtergrond (Amerikanen van Europese, Afrikaanse en Spaanse afkomst). De lichaamssamenstelling en het vetpercentage werden gemeten. Tevens werd de kinderen en ook hun ouders gevraagd om van twee dagen op te schrijven wat ze hadden gegeten.  

Een hoge inname van meervoudig onverzadigde vetzuren was significant geassocieerd met een lager vetpercentage, minder buikvet en een grotere vetvrije massa (waaronder spieren). Dit gold ook voor een relatief hoge aandeel van meervoudig onverzadigde vetzuren in de voeding ten opzichte van verzadigde vetzuren. Ook een hoge inname van de meervoudig onverzadigde omega 3- en 6-vetzuren werd in verband gebracht met meer vetvrije massa. Daarentegen was voeding met veel omega 6-vetzuren en weinig omega 3-vetzuren geassocieerd met significant meer buikvet. De resultaten werden niet beïnvloed door de afkomst of omgeving van de kinderen.

Kinderen die veel meervoudig onverzadigde vetzuren binnenkrijgen zijn slanker en hebben een lager vetpercentage dan leeftijdsgenoten die meer verzadigde vetzuren binnenkrijgen. Het is echter nog niet duidelijk of er een oorzakelijk verband bestaat tussen de vetzuren en de lichaamssamenstelling.