Tumorpreventie: vis effectiever dan lijnzaad (dierproef)

Suppletie met de omega 3-visvetzuren eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA) is achtmaal effectiever bij de preventie en inhibitie van borsttumoren dan suppletie met het omega 3-vetzuur alfalinoleenzuur (ALA) afkomstig van planten zoals lijnzaad. Voor het experiment werden muizen gebruikt met een verhoogde kans op een agressieve vorm van borstkanker (HER-2). De muizen kregen levenslang omega 3-vetzuren van vis dan wel van lijnzaad. De muizen werden willekeurig in vier groepen verdeeld. Ze kregen voeding met 10% saffloer die rijk is aan omega 6-vetzuren (controlegroep), voeding met 10% lijnzaad, voeding met 7% saffloer en 3% lijnzaad en tenslotte voeding met 7% saffloer en 3% vis. In de baarmoeder werd reeds gestart met suppletie via de moeder. In vergelijking met de controlegroep was na twintig weken een significante reductie in het aantal en de grootte van borsttumoren bij de muizen die lijnzaad of visolie kregen. Hoe hoger de dosis lijnzaad, hoe groter het tumor reducerende effect. Het effect was echter het grootste onder invloed van suppletie met de omega 3-visvetzuren. Muizen die EPA en DHA kregen ontwikkelden met 30% significant minder borsttumoren ten opzichte van muizen die het omega 3-vetzuur ALA kregen. De tumoren die zich ontwikkelden waren bovendien met 60% tot 70% significant kleiner in omvang. Om eenzelfde effect van ALA te bereiken was een hogere dosis noodzakelijk. Visolie leidde ten opzichte van lijnzaad tot een significant verminderde expressie van genen betrokken bij inflammatie. Volgens de wetenschappers zou humane consumptie van twee- tot drie porties vis per week voldoende moeten zijn om eenzelfde effect te bereiken.