Verzadigde vetzuren, roken en te weinig bioflavonoïden voor 90% verantwoordelijk voor hart- en vaatziekten

25 jaar lang werd in zeven landen bij bepaalde bevolkingsgroepen gekeken wat de eet- en leefgewoonten waren en waaraan de mensen stierven. De deelnemende landen waren Finland, Italië, Servië/Kroatië, de Verenigde Staten, Griekenland, Japan en Nederland (mannen in de stad Zutphen). Vergelijking van deze groepen liet bijvoorbeeld zien dat de inname van bioflavonoïden sterk bepalend was voor hart- en vaatziekten. Gebruikelijke bronnen van de bioflavonoïden zijn bijvoorbeeld appels, zwarte thee, uien en rode wijn. In West Finland is de inname van bioflavonoïden slechts 2,6 mg per dag, terwijl dit in Japan 68,2 mg is. Nederland ligt hier tussen in met 25 mg. De beschermende werking wordt toegeschreven aan de antioxidatieve werking van de bioflavonoïden. Uit laboratoriumexperimenten en uit dierproeven was reeds bekend dat een hoge inname van bioflavonoïden een beschermende factor was voor hart- en vaatziekten en ook voor kanker. Voor deze laatste ziekte is in de Zeven Landen Studie geen bewijs gevonden van protectie. De analyse voor deze nieuwe gegevens is uitgevoerd door een Nederlands onderzoeksteam van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) in Bilthoven onder leiding van professor Hertog.