Vet-richtlijnen onvoldoende onderbouwd

In de huidige cardiovasculaire richtlijnen wordt geadviseerd de inname van verzadigde vetten te beperken, terwijl de consumptie van meervoudig onverzadigde vetzuren moet worden verhoogd. Op basis van een meta-analyse concluderen wetenschappers dat er onvoldoende bewijs is voor deze aanbeveling.

De wetenschappers analyseerden in totaal 76 studies met meer dan 600.000 proefpersonen. Het betrof 32 observationele studies (512.420 proefpersonen) met betrekking tot de vetconsumptie uit de voeding, 17 observationele studies (25.721 proefpersonen) betrekking hebbende op vetzuurspiegels in het bloed en 27 gerandomiseerde klinische studies (105.085 proefpersonen) met betrekking tot vetzuursuppletie. 

Uit de observationele studies bleek dat de innames van verzadigde vetzuren, enkelvoudig onverzadigde vetzuren en omega 6-vetzuren uit de voeding geen significante effecten hadden op het risico van aandoeningen aan de kransslagaders. Daarentegen kon een hoge consumptie van omega 3-visvetzuren dit risico significant verlagen met 13%. Een hoge inname van transvetzuren leidde tot een stijging van 16% van het cardiovasculaire risico. Op basis van de vetzuurspiegels en de gerandomiseerde studies kon geen significant verband aangetoond worden tussen deze vetzuren en het cardiovasculaire risico.

De wetenschappers concluderen dat de bewijsvoering te onduidelijk is om de huidige cardiovasculaire richtlijnen, namelijk een hoge inname van meervoudig onverzadigde vetzuren en een lage inname van verzadigd vet, te kunnen onderbouwen.