Vetrijke voeding beschermt nageslacht tegen Alzheimer

Vetrijke voeding tijdens de zwangerschap beschermt het nageslacht tegen veranderingen in het brein die kunnen ontaarden in de ziekte van Alzheimer. In het experiment kregen muizen gedurende hun zwangerschap normale voeding danwel vetrijke voeding. Gedurende de lactatieperiode kregen de moeders voeding met een normaal vetgehalte. Ook het nageslacht kreeg vanaf de geboorte voeding met een normaal vetgehalte. Op een leeftijd van elf maanden werd het nageslacht onderworpen aan testen waarmee het geheugen en leervermogen werd bepaald. Het nageslacht van moeders met vetrijke voeding had een beter geheugen en een betere leercapaciteit dan de jonge muizen van moeders die voeding met een normaal vetgehalte kregen. Dit ging gepaard met een significant betere synaptische functie. Ook had het nageslacht met vetrijke voeding lagere concentraties van het eiwit bèta-amyloïd. Accumulatie van dit eiwit in neuronen is in verband gebracht met een slechter geheugen en de ziekte van Alzheimer. Onder invloed van vetrijke voeding tijdens de zwangerschap werden lagere concentraties van drie genen gevonden die betrokken zijn bij Alzheimer. Deze drie genen bleken reeds in een vroeg ontwikkelingsstadium uitgeschakeld te worden. Dit gebeurde doordat vetrijke voeding de activiteit van de proteïne FOXP2 stimuleerde, waardoor het brein beter beschermd werd tegen degeneratieve veranderingen. De wetenschappers concluderen dat de preventie van Alzheimer reeds tijdens de zwangerschap kan plaats te vinden.