Vitamine C-suppletie vermindert het risico botbreuken

Een langlopend onderzoek onder ouderen heeft aangetoond dat suppletie met vitamine C het risico van botbreuken significant verlaagt. Vitamine C uit de voeding heeft dit effect niet.
Wetenschappers van de Tufts University in Boston analyseerden data met betrekking tot voeding en gezondheid van de Framingham Osteoporosis Study. Deze studie volgde ruim 950 mensen over een periode van 15 tot 17 jaar. Bij aanvang van het onderzoek - eind jaren 80 - waren de proefpersonen gemiddeld 75 jaar oud. Zij vulden allemaal een voedingsvragenlijst in.
De proefpersonen met de hoogste vitamine C-inname (dagelijks meer dan 300 mg) hadden de minste kans op botbreuken, vergeleken met de mensen die de minste vitamine C binnenkregen. Deze risicoverlaging was echter terug te voeren op suppletie en niet op vitamine C uit de voeding. Door dagelijks meer dan 260 mg vitamine C in te nemen daalde de kans op een heupfractuur met 69% en werd het risico van een non-vertebrale fractuur 42% kleiner.
Vitamine C is noodzakelijk bij de opbouw van botweefsel, kraakbeen en bindweefsel. In de Verenigde Staten lopen jaarlijks ruim anderhalf miljoen mensen een botbreuk op als gevolg van osteoporose. Hier is een bedrag van 14 miljard dollar mee gemoeid.