Vitamine D-genen en individueel suppletieadvies

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

2 min

Dit artikel is openbaar en gratis te lezen
Dit artikel is openbaar gesteld, zodat deze door iedereen te lezen is. Om onbeperkt ook alle andere betaalde artikelen te kunnen lezen, neem dan via onderstaande knop een abonnement.

Neem een digitaal abonnement

Een individueel suppletieadvies met betrekking tot vitamine D komt dichterbij, dankzij een studie naar de expressie van vitamine D-gerelateerde genen.

Aan de Finse studie namen 71 prediabeten deel van zestig jaar en ouder. Ze werden verdeeld in drie groepen en kregen tijdens de winter gedurende vijf maanden vitamine D, dagelijks 1600 IE (40 mcg) of 3200 IE, of een placebo. Naast het effect van suppletie op het glucosemetabolisme werd de invloed op de vitamine D-concentratie en de expressie van vitamine D-gerelateerde genen onderzocht.

In de placebogroep nam de vitamine D-concentratie af. In de suppletiegroepen nam de vitamine D-status met gemiddeld 27 nmol/l en 45 nmol/l toe voor respectievelijk suppletie met 1600 IE en 3200 IE. De expressie van vitamine D-gerelateerde genen in vetweefsel en monocyten was bij slechts de helft van de deelnemers gerelateerd aan de vitamine D-status in het bloed. Echter, de genen CD14 en thrombomoduline (THBD) bleken geschikte markers voor de genexpressie van vitamine D in de weefsels. De onderzoekers suggereren daarom dat diegenen waarbij de expressie van CD14 en THBD niet veranderden onder invloed van vitamine D-suppletie al een voldoende hoge vitamine D-concentratie hadden.  

De wetenschappers hechten belang aan het bestuderen van de expressie van vitamine D-gerelateerde genen in weefsels. Volgens hen is het een geschikte manier om te onderscheiden wie baat heeft bij vitamine D-suppletie.

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.