Vitamine D tekort bij ziekte van Graves

Japanse onderzoekers hebben gevonden dat een tekort aan vitamine D veelvuldig voorkomt bij mensen met de ziekte van Graves, een ziekte die zich onder andere manifesteert door een vergrote schildklier. Vrouwen met Graves worden vaker door dit tekort getroffen dan mannen. De onderzoekers bepaalden bij ruim 200 patiënten met deze ziekte gedurende een jaar de concentratie 25(OH)-vitamine D in het bloed. Een 25(OH)-vitamine D-concentratie lager dan 25 nmol/l wordt aangemerkt als een vitamine D-tekort. Vrouwen hadden een significant lagere 25(OH)-vitamine D-spiegel dan mannen: respectievelijk 32 nmol/l en 41 nmol/l. Bij 40% van de vrouwen en 18% van de mannen kwam een tekort aan vitamine D voor. Gedurende de verschillende seizoenen was er bij de vrouwen met Graves een significante variatie in de 25(OH)-vitamine D-spiegel. Maar liefst 58% van de vrouwen had tijdens de wintermaanden een 25(OH)-vitamine D-concentratie lager dan 25 nmol/l. Dit kan goed samenhangen met een verminderde blootstelling aan zonlicht gedurende deze maanden, waardoor het lichaam zelf minder vitamine D aanmaakt. Onder de vrouwen was er tevens een significant verschil in 25(OH)-vitamine D-concentratie tussen de verschillende leeftijdsgroepen. In de leeftijd van 20 tot 30 jaar was deze concentratie het laagst, terwijl de waarde het hoogst was in de leeftijdsgroep van 50 tot 70 jaar. De ziekte van Graves is een afwijking aan de schildklier, waarbij naast een vergrote schildklier de hartfrequentie en ruststofwisseling is verhoogd. De aandoening komt het meest bij vrouwen voor.