Vitamine E bij leverziekten NAFLD/NASH

Suppletie met vitamine E kan NASH bij kinderen verbeteren of zelfs genezen.

De studie werd uitgevoerd in tien academische ziekenhuizen in de Verenigde Staten met een totaal van 173 kinderen in de leeftijd van 8 tot 17 jaar die alle een leverbiopsie ondergingen om de staat (NAFLD/NASH) van de lever vast te stellen. Ze werden in drie groepen verdeeld en werden gedurende 96 weken dagelijks behandeld met of 800 IE vitamine E, of 1000 mg metformine (een antidiabetesmedicijn) of een placebo. Naast deze interventie werden de kinderen geadviseerd over goede voeding en regelmatige lichaamsbeweging. Het effect van de behandelingen werd afgeleid aan de hand van een daling van het leverenzym ALAT (alanine-aminotransferase) of - de secundaire uitkomstmaat - de histologische verbetering van niet-alcoholische steatohepatitis (NASH).

Na 96 weken nam met vitamine E, metformine en met placebo ALAT bij 26% van de kinderen af. Deze afname was met vitamine E echter sneller (binnen 6 maanden) dan met metformine en placebo (pas na 2 jaar). Werd per groep gekeken naar de gemiddelde afname van ALAT tijdens de interventie, dan bleek deze de grootste te zijn in de vitamine E-groep, maar statistisch (net) niet-significant (p=0,07).
De secundaire uitkomstmaten, vastgesteld met behulp van de leverbiopten, liet zien dat de NAFLD-activity-score met vitamine E wederom als meest gunstige tevoorschijn en weer net niet-significant ten opzichte van placebo (p=0,02).
Het meest opmerkelijke resultaat was dat 58% van de subgroep NASH-kinderen, dus met de ernstiger vorm van de leverziekte, met vitamine E niet langer NASH hadden tegen 41% van de kinderen op metformine en 28% van de kinderen op placebo. Dit verschil was statistisch significant (p=0,006). Vooral de hepatocellulaire ballooning was verbeterd.
Deze resultaten deden de onderzoekers concluderen: ‘noch vitamine E noch metformine had een beter effect dan placebo wat betreft de primaire uitkomstmaat, daling van ALAT bij kinderen met NAFLD.' Het feit dat NASH bij meer dan de helft van de kinderen genas, werd niet in de conclusie vermeld.