Vitamine E-status en Alzheimer

Bepaling van plasmaconcentraties van vitamine E draagt bij aan de diagnosestelling van de ziekte van Alzheimer.

Aan de studie namen 81 personen met de ziekte van Alzheimer deel: 86 personen met een lichte cognitieve beperking en 86 gezonde proefpersonen (controlegroep). De concentraties van alle 8 natuurlijk voorkomende vitamine E-vormen werden bepaald (4 tocoferolen en 4 tocotriënolen). Tevens werden MRI-scans gemaakt.

De gecombineerde gegevens van de MRI-scans met de bloedspiegels leidde tot een verhoogde accuraatheid waarmee de diagnosen ‘Alzheimer’ en ‘cognitieve beperking’ konden worden onderscheiden van een normale geheugenfunctie. Ook kon met grotere zekerheid voorspeld worden wanneer een lichte cognitieve beperking tot de ziekte van Alzheimer zou leiden. In vergelijking met de controlegroep werden bij zowel personen met de ziekte van Alzheimer als bij personen met een cognitieve beperking lagere bloedconcentraties van alle vitamine E-vormen gezien. Alfatocotriënol, gammatocotriënol en gammatocoferol bleken de belangrijkste biomarkers voor de differentiatie.

Volgens de onderzoekers is het zinvol om de status van nutriënten te bepalen die een rol spelen in de pathologie van Alzheimer.