Vitamines A, C en bètacaroteen verkleinen de kans op cataract bij vrouwen

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

2 min

Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.

Neem een digitaal abonnement  of Inloggen als abonnee
493 cataracts werden verwijderd gedurende een follow-up van 470.302 perso­nenjaren. De inname van caroteen en vitamine A bleken invers gecorreleerd met cataract. De vrouwen werden ingedeeld in vijf groepen naar de hoeveelheid vitamine A die ze innamen. Vrouwen in de groep met de hoogste inname, inclusief supplementen, hadden een 39% kleinere kans op cataract dan vrouwen uit de groep met de laagste inname. Vitamine B2, noch de vitamines E en C waren in een multivariantie analyse gecorreleerd met cataract. Wat betreft voedingsmiddelen was spinazie een grotere bron van bètacaroteen dan wortels en de inname hiervan was het meest consistent met een lager relatief risico. Het risico op cataract was 45% lager bij vrouwen die 10 of meer jaar lang vitamine C supplementen hadden gebruikt. Er was geen relatie met de inname van multivitamines. De auteurs vonden dat carotenoïden uit de voeding, hoewel niet noodzakelijkerwijs bètacaroteen, en langdurige vitamine C suppletie het risico op cataract voldoende kunnen verminderen om een extractie te vereisen. Deze bevin­dingen steunen de hypothese dat antioxidanten cataract kunnen voorko­men.

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.

Gerelateerde artikelen