Voedingsstatus van lichamelijk gehandicapte kinderen

Uit onderzoek blijkt dat kinderen met een lichamelijke handicap in veel gevallen onvoldoende energie en voedingsstoffen binnenkrijgen. Dit heeft volgens de Finse wetenschappers die het onderzoek uitvoerden mogelijk negatieve effecten op hun gezondheid, vooral als er ook van een lage vitamine D-inname sprake is. Lichamelijk gehandicapte kinderen hebben vanwege minder gewichtdragende activiteiten een verhoogd risico van een verminderde botgezondheid. Een slechte voedingsstatus zou hier mogelijk in negatieve zin aan bijdragen.
De wetenschappers baseerden hun conclusie op een analyse van het voedingspatroon van 54 motorische gehandicapte kinderen van gemiddeld 11 jaar. In 59% van de gevallen was de motorische handicap het gevolg van een cerebrale parese (hersenverlamming).
Om een beeld te krijgen van wat de kinderen dagelijks aten, werd gedurende 3 dagen een voedingsdagboek bijgehouden. Dit maakte een berekening van de gemiddelde inname van energie en voedingsstoffen mogelijk. Deze werden vergeleken met de qua leeftijd en geslacht geldende aanbevolen dagelijkse hoeveelheden.
Gemiddeld genomen bleek de dagelijkse energie-inname beneden peil te zijn, namelijk slechts 76% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Een dagelijkse energie-inname van minder dan 80% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid bleek bij 57% van de kinderen aan de orde. En terwijl voor calcium een inname van 142% werd gevonden, bleek de inname van vitamine D slechts 76% van de aanbevolen hoeveelheid. Ook de gemiddelde bloedspiegel voor 25(OH)D was laag, namelijk 46 nmol/l. Daarnaast werd opgemerkt dat de kinderen met een lagere energie-inname kleiner en lichter waren en ernstiger gehandicapt dan de kinderen die met de voeding voldoende energie binnenkregen.