Warmte voorkomt botverlies via darmflora

Blootstelling aan een warme omgevingstemperatuur kan mogelijk de kans op osteoporose verkleinen door beïnvloeding van de darmflora. In het eerste experiment groeiden muizen op in een omgeving met een gemiddelde temperatuur van 34 graden Celsius. Het bleek dat deze muizen grotere en sterkere botten hadden dan muizen die bij een lagere temperatuur opgroeiden. In een vergelijkbaar experiment werden vrouwelijke muizen gebruikt waarbij de eierstokken waren verwijderd om zodoende postmenopauzale osteoporose te induceren. Wanneer deze muizen opgroeiden bij een omgevingstemperatuur van 34 graden Celsius, bleek dat ze minder kans hadden op osteoporose dan bij een lagere omgevingstemperatuur. Wanneer de darmflora van de muizen uit de warme omgeving getransplanteerd werd naar muizen in het koude klimaat, bleek bij deze laatste groep de botkwaliteit snel te verbeteren. De onderzoekers vermoeden dat het gunstig effect van warmte op de botmassa een gevolg is van een verhoogde biosynthese van polyamines door darmbacteriën. Polyamines beschermen tegen verouderingsprocessen en zijn vermoedelijk ook betrokken bij de botstofwisseling.