Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.
Neem een digitaal abonnement of
Inloggen als abonnee
Eén tot drie procent van de wereldbevolking lijdt aan een of andere vorm van
psoriasis. Uit waarnemingen bij de kweek van keratinevormende huidcellen is
calcitriol of 1,25-dihydroxy-
vitamine D3 naar voren gekomen als bruikbaar therapeuticum. Calcitriol is de fysiologisch hoogactieve metabole vorm van vitamine D. Met succes wordt oraal genomen calcitriol ingezet bij de behandeling van plaques-typen psoriasis. Tot voor kort bestond er geen lange termijn vervolgonderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van dit calcitrope
hormoon bij psoriasis. Aan het Boston University Medical Center, Boston, Verenigde Staten, werd een open
studie uitgevoerd waaraan 85 psoriasispatiënten deelnamen. De duur varieerde van zes maanden tot drie jaar. Na zes maanden orale calcitrioltherapie was de toestand van de psoriasispatiënten
significant verbeterd. De aspecten
erytheem, schilfering en plaquedikte verminderden significant. Van de 85 patiënten die de calcitrioltherapie volgden, had 88 procent enige vorm van verbetering; 26,5 procent had een complete verbetering in het ziektebeeld. Na zes maanden en na twee jaar steeg de calciumuitscheiding in de 24-uurs urine met 3,9 respectievelijk 148,2 procent. Geen waarden buiten de normaal mogelijke variaties. De botdichtheid bleef onveranderd. De onderzoekers concluderen dat calcitrioltherapie bij psoriasispatiënten effectief kan zijn en voldoende veilig. Orale toediening van calcitriol moet worden overwogen bij uitgebreide, plaquevormende psoriasis. Het meest effectief is calcitrioltherapie bij de behandeling van psoriasis vulgaris met minimale plaquedikte. Dit geldt ook voor patiënten met psoriasis artropathica, een reumatische vorm. Patiënten met psoriasis guttata, een vorm met vele druppelvormige plekken of met psoriasis pustulosa, een met pustels gepaard gaande vorm, reageren minder gunstig op calcitriol. Tenslotte doen de onderzoekers de aanbeveling patiënten kritisch te volgen op eventuele bijwerkingen: calciumspiegels in bloed en urine, alsmede een jaarlijkse nierscan moeten hiervan onderdeel uitmaken.