Andere darmflora bij autisme

Chinese wetenschappers hebben ontdekt dat de samenstelling van de darmflora bij kinderen met autisme wezenlijk verschilt ten opzichte van gezonde kinderen. Bij 146 kinderen in een leeftijd van 3 tot 6 jaar werden ontlastingmonsters verzameld. De helft van de kinderen was gediagnosticeerd met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS), de andere kinderen waren gezond. De samenstelling van de darmmicrobiota werd geanalyseerd. Kinderen met ASS hadden een significant andere samenstelling van hun darmflora ten opzichte van kinderen zonder de aandoening. Bovendien was er bij autistische kinderen sprake van significant minder bacteriën die betrokken zijn bij de productie van neurotransmitters. Er werden vijf bacteriesoorten geïdentificeerd waarmee met meer dan 80% zekerheid kon worden voorspeld of een kind autisme had of niet. Kinderen met de aandoening hadden een kleiner aandeel van Faecalibacteriën, terwijl ze een groter aandeel van Clostridium-, Dialister- en Coprobacillusbacteriën hadden. Er was sprake van interactie tussen de diverse Clostridium bacteriesoorten. Clostridiumbacteriën zijn reeds eerder gerelateerd aan autisme, door de productie van specifieke toxinen die schadelijk zijn voor het brein. Kinderen met ASS hebben een significant andere samenstelling van de darmflora ten opzichte van gezonde kinderen. De wetenschappers identificeerden vijf bacteriesoorten die sterk gerelateerd zijn aan de aandoening.