Carnitine bij verstoorde glucosestofwisseling

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker
Dit artikel is openbaar en gratis te lezen
Dit artikel is openbaar gesteld, zodat deze door iedereen te lezen is. Om onbeperkt ook alle andere betaalde artikelen te kunnen lezen, neem dan via onderstaande knop een abonnement.
Carnitine helpt bij het vetzurentransport van het cytoplasma naar de mitochondriën, de energieleveranciers van de cel. Daarnaast zorgt carnitine er via de vorming van acylcarnitine voor dat het overschot aan energiebronnen de celmembranen kan passeren richting bloed. Dit maakt transport mogelijk naar andere organen die om energie verlegen zitten of naar de nieren zodat ze uit het lichaam kunnen worden verwijderd.
In het geval van de zwaarlijvige ratten werd aangetoond dat de skeletspieren van deze dieren grote hoeveelheden acylcarnitines produceerden, wat een groot verbruik van vrij carnitine vergt. De accumulatie van acylcarnitines in de cel ging gepaard met een daling in de beschikbare hoeveelheid vrij carnitine. De wetenschappers vermoeden nu dat juist deze onevenwichtigheid ten grondslag ligt aan een verstoring van de vet- en glucoseverbranding in de cel. Ook werd gevonden dat zowel de stijging van het lichaamsgewicht als de stijging van de leeftijd verband hield met een gedaalde beschikbaarheid van vrij carnitine.
De resultaten van een aantal aanvullende proeven met humane spiercellen zorgden voor ondersteuning van het mogelijke nut van carnitinesuppletie bij problemen in de glucosestofwisseling.
Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.