Carotenoïden en longkanker

Bètacryptoxanthine in de voeding vermindert de kans op longkanker. Andere carotenoïden hebben geen invloed op de ontwikkeling van longkanker. Dit is de conclusie van een analyse van zeven onderzoeken uit Noord-Amerika en Europa naar het effect van carotenoïden op longkanker.
De onderzoeken betroffen in totaal 399.765 deelnemers. Deze personen werden zeven tot zestien jaar gevolgd. Bij iedere studie werd de inname van carotenoïden aan het begin van het onderzoek vastgesteld met behulp van voedingsvragenlijsten.
Er werden 3.155 personen met longkanker gediagnosticeerd. Er werd geen significant verband gevonden tussen het risico van longkanker en de inname van bètacaroteen. Ook beïnvloedde de inname van alfacaroteen, luteïne/zeaxanthine en lycopeen het risico van longkanker bijna niet. Wel hadden de 20% van de deelnemers die het meeste bètacryptoxanthine binnenkregen, 24% minder risico van longkanker in vergelijking met de 20% van de personen die het minste van deze carotenoïde consumeerden. Deze resultaten veranderden niet na aanpassing voor de inname van vitamine C, foliumzuur, andere carotenoïden of multivitaminen. De gevonden verbanden waren hetzelfde voor rokers, niet-rokers en personen die gestopt waren met roken.