GMO-koolzaad in vrije natuur

In de Verenigde Staten is 90% van het verbouwde koolzaad (Brassica napus) genetisch gemodificeerd. Dit transgene koolzaad is de grondstof voor canola, een olie bestemd voor humane consumptie.
De afgelopen tien jaar werd vaak gediscussieerd over het risico dat transgene gewassen zich zouden kunnen verspreiden in de vrije natuur. Een studie van de University of Arkansas zet vraagtekens bij de veiligheidsprocedures om verspreiding van genetisch gemodificeerde gewassen te voorkomen.
Afgelopen juni en juli verzamelde een groep medewerkers onder leiding van dr.Cynthia Sagers koolzaadplanten langs snelwegen en bij tankstations. Er werd over een lengte van 5400 kilometer wegberm in Noord-Dakota bemonsterd.
Van 406 ingezamelde planten bleek 86% genen van gemodificeerd koolzaad te bezitten. Opvallend was dat twee planten resistent waren tegen twee herbiciden tegelijk. Gewoonlijk zijn de transgene koolzaadplanten resistent tegen één herbicide: glyfosaat (Roundup van Monsanto) of glyfosinaat (Liberty van Bayer). Het feit dat er nu planten werden gevonden die voor beide herbiciden resistentie bezitten, betekent dat deze door kruising in het wild moeten zijn ontstaan. Inderdaad werden in het recente verleden al vondsten van transgene koolzaadplanten gemeld in de onmiddellijke omgeving van akkers met deze gewassen.
Sagers wijst erop dat de nu gevonden transgene koolzaadplanten ver verwijderd van de akkers zijn aangetroffen. Zij stelt dat de mate van verspreiding niet eerder op deze schaal is waargenomen.