Hoe flavonoïden antioxidantcapaciteit verhogen

Een voeding met veel groenten en fruit is blijkens epidemiologische studies geassocieerd met een verminderde kans op hart- en vaatziekten, kanker en veel andere chronische aandoeningen. Het gunstige effect wordt deels toegeschreven aan antioxidatieve flavonoïden. Na de consumptie van flavonoïderijke voedingsmiddelen wordt een toename van de antioxidantcapaciteit van het plasma geregistreerd. Hieruit hebben onderzoekers afgeleid dat bioflavonoïden uit de voeding een belangrijke rol spelen als antioxidanten in vivo en aldus het risico van chronische ziekten verlagen.
Maar studies naar de biologische beschikbaarheid van bioflavonoïden laten zien dat slechts uiterst lage concentraties in het plasma na consumptie worden teruggevonden. Bovendien worden bioflavonoïden in de darm afgebroken, wat de antioxidantcapaciteit negatief kan beïnvloeden. Kritische bestudering van de omvangrijke literatuur over bioflavonoïden door medewerkers van het Linus Pauling Institute toonde geen rechtstreeks verband voor de bijdrage van bioflavonoïden aan verhoogde antioxidantcapaciteit van plasma. Zij menen dat de verklaring niet gevonden moet worden in de flavonoïden zelf, maar eerder een gevolg is van verhoging van de concentratie urinezuur, een krachtig antioxidant, in het plasma als respons op de inname van een flavonoïdenrijke voeding.