Inosine helpt hersenherstel na beroerte

Een cerebraal infarct of beroerte leidt vaak tot onherstelbaar verlies van lichaamsfuncties. Niet in de laatste plaats is dit het gevolg van de slechts beperkte capaciteit van anatomisch herstel van de hersenen. Kweekproeven met hersencellen lieten stimulerende invloeden zien van de lichaamseigen stof inosine. In vervolgonderzoek met ratten blijkt het purinenucleoside inosine (niet te verwarren met inositol) gedeeltelijk herstel na hersenschade te kunnen geven. Aan Harvard University, Boston, gaven dr Larry I.Benowitz en collega's inosine-injecties aan ratten die een eenzijdig cerebraal infarct hadden gehad. De ratten met een eenzijdige beschadiging van de hersenschors vertoonden stoornissen in de controle van de fijne motoriek. De ratten kregen een continu infuus van inosine in het cisterna magna (de ruimte tussen cerebellum en medulla oblongata) gedurende een periode van 42 dagen. Na 19 dagen toediening begon verbetering van de controle van de fijne motoriek op te treden. De ratten konden weer voedsel pakken of hun poten op tafel zetten. Ze herkregen een deel van de verloren bewegingsfuncties maar herstelden niet tot het niveau van voor het herseninfarct. Analyses van de rattenhersenen toonde aan dat sommige hersencellen nieuwe verbindingen hadden gevormd met hersendelen welke geïsoleerd waren geraakt als gevolg van het infarct. Benowitz verwacht geen ernstige bijwerkingen van een behandeling met de lichaamseigen stof inosine.