Intraveneus vitamine C bij sepsis

Intraveneuze toediening van vitamine C, vitamine B1 en hydrocortison leidt niet tot een sneller herstel van een septische shock (bloedvergiftiging) in vergelijking met de standaardbehandeling met hydrocortison. Een septische shock is een ernstige aandoening met een hoge mortaliteit. Intraveneuze toediening van vitamine C, vitamine B1 en hydrocortison (HAT-therapie) leidt niet tot meer herstel van sepsis in vergelijking met de standaardbehandeling met hydrocortison. Deze studie met negatieve uitkomst moest lijken op een eerdere studie, gepubliceerd in 2017.In dat laatste onderzo ek had dr. Paul Marik juist een positief resultaat van maar liefst bijna vijf keer meer overlevenden in de HAT-groep (lees hierover in ORTHOmagazine nr.3, 2017). Voor deze studie met de naam VITAMINS waren 211 volwassenen met een sepsis geselecteerd. In tegenstelling tot de eerdere studie van Marik startte in de HAT- en de placebogroep de interventie pas 12 uur na vaststelling van de diagnose. Bovendien kregen ze veel meer vloeistof geïnfundeerd wat de patiënt vaak niet ten goede komt. De behandelduur bedroeg maximaal tien dagen. Er werd een vergelijking gemaakt van het effect van beide behandelingen op de overlevingskans en het aantal dagen dat de patiënt zonder vasopressoren (tegen hoge bloeddruk) kon. In de eerste week was de overlevingsduur en het aantal uren zonder vasopressoren gemiddeld 122 uur in de interventiegroep en gemiddeld 125 uur in de controlegroep. Het verschil tussen beide groepen was niet significant. De kans om binnen drie maanden te overlijden was 29% in de interventiegroep en 25% in de controlegroep, wederom geen significant verschil. Er werden geen bijwerkingen gerapporteerd. De conclusie van deze studie was dat de HAT-therapie niet tot een grotere overlevingsduur leidde en een lagere noodzaak van vasopressoren.