Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.
Neem een digitaal abonnement of
Inloggen als abonnee
Een hoge visconsumptie wordt algemeen erkend als een beschermende factor tegen
hart- en vaatziekten. Mannen in Oost-Finland eten veel vis, evenwel hun
sterfte aan hart- en vaatziekten behoort tot de hoogste in de wereld. Finse en Oostenrijkse onderzoekers hebben waarschijnlijk de oplossing van deze ogenschijnlijke paradox gevonden. Een belangrijk gegeven lijkt de relatief hoge inname van
kwik geassocieerd met de consumptie van zoetwatervis. Een groep van 1833 Oostfinse mannen namen tussen maart 1984 en december 1989 deel aan dit onderzoek. De consumptie van vis, de inname van kwik, alsmede haar- en urine-analyses op kwik werden geregistreerd. Daarnaast werden lipidenprofielen van bloed gemeten. Er overleden 78 mannen, waarvan 18 aan acuut
myocardinfarct en 24 aan cardiovasculaire aandoeningen. Voorts kregen 73 mannen een
hartinfarct. De consumptie van vis betrof voornamelijk zoetwatervis uit de meren in Oost-Finland. In de statistische modellen volgens Cox met de bekende risicofactoren voor hart- en vaatziekten als covariaten, bleek de consumptie van zoetwatervis en kwik geassocieerd met een
significant verhoogd risico op acuut hartinfarct en met overlijden aan hart- en vaatziekten, kransvataandoeningen en overige doodsoorzaken. Mannen in het hoogste quartiel, met 2,0
microgram kwik per gram haar, hadden een 2,9 maal verhoogde kans op overlijden aan hart- en vaatziekten in vergelijking met personen met een lager kwikgehalte in het haar. Bovendien was er een significante correlatie met de concentraties kwik in haar en urine enerzijds en de titers voor immuuncomplexen met geoxideerd LDL- cholesterolfractie in het bloed anderzijds. Kwik is een overgangsmetaal dat
lipidenperoxidatie kan katalyseren. Kwik in het lichaam kan schade aan lever, nieren en neurologische symptomen veroorzaken. Er bestaan tenminste drie mechanismen waardoor kwik lipidenperoxidatie in het lichaam kan bevorderen. Ten eerste zal kwik in de Fentonreactie de vorming van waterstofperoxide kunnen katalyseren. Ten tweede bezit kwik een hoge affiniteit voor sulfhydrilgroepen, SH-, welke in plasma-eiwitten 10 tot 50 procent van de antioxidantcapaciteit vormen. Binding van kwik aan SH-groepen inactiveert bijvoorbeeld
glutathion, een belangrijke stof in de redoxregulatie van de
cel. Tenderde vormt kwik een onoplosbaar complex met
selenium, HgSe. Hierdoor kan selenium niet meer als cofactor van
glutathionperoxidase werkzaam zijn. Alle drie mechanismen doen de antioxidantcapaciteit van
plasma en intracellulaire vloeistof afnemen en bevorderen vrije radicalenreacties en lipidenperoxidatie in celmembranen en lipoprotenen. In Finse meren is het gehalte aan kwik ten gevolge van geologische omstandigheden en industriële activiteiten verhoogd. Voorts is de seleniumstatus van de Finse bevolking aan de lage kant. De inname van kwik met de voeding en de concentraties ervan in het haar, bleken niet te correleren met 60 onderzochte voedingsstoffen behalve met selenium. Voor kwik is er geen metabole regulatie bekend voor wat betreft de opname, ophoping en uitscheiding, anders dan via selenium verlopend. De geschatte dagelijkse gemiddelde inname van kwik door de Oostfinse mannen bedroeg 7,6 microgram. Dit is hoog; in de Verenigde Staten bedraagt de gemiddelde dagelijkse inname 3,5 microgram. Uit dit onderzoek blijkt een verband tussen de hoge inname van kwik via de voeding en een verhoogd risico op overlijden.